Persoonlijke beschermingsmiddelen: wat, waarom en wanneer
Het is belangrijk dat werkgever en werknemer op een veilige manier kunnen werken. Een veilige en gezonde werkplek verkleint namelijk de kans dat iemand schade of letsel oploopt. Het creëren van een veilige werkomgeving begint met het bij de bron bestrijden van de risico’s. Indien de risico’s niet voldoende kunnen worden weggenomen, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschikbaar worden gesteld door de werkgever.
Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen?
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn middelen die de kwetsbare en vitale lichaamsdelen beschermen. PBM beschermen tegen specifieke gevaren, zoals vallen van een gevaarlijke afstand, rondvliegende deeltjes die in de ogen terecht kunnen komen en het inademen van giftige stoffen. Hieronder een lijst met verschillende soorten persoonlijke beschermingsmiddelen:
- Adembescherming. Voorbeelden: gasmaskers, volgelaatsmaskers, stofkapjes.
- Hoofdbescherming. Voorbeelden: veiligheidshelmen, veiligheidspetten, klimhelmen.
- Gehoorbescherming. Voorbeelden: gehoorkappen, gehoorbeugels.
- Valbeveiliging. Voorbeelden: valgordels, veiligheidsharnassen, valstopapparaten.
- Arm- en handbescherming. Voorbeelden: snijbestendige handschoenen, lashandschoenen en nitril wegwerphandschoenen.
- Oog- en gelaatsbescherming. Voorbeelden: veiligheidsbrillen, overzetbrillen, ruimzichtbrillen.
- Werkkleding. Voorbeelden: doorwerkkleding, chemisch bestendige overalls.
Redenen om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken
In de Arbowet is vastgesteld dat de werkgever met behulp van de zogeheten arbeidshygiënische strategie moet zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. De strategie bestaat uit de volgende vier stappen:
- De bron van het gevaar wegnemen
- De bron van het gevaar afschermen
- Voorkomen en beperken van blootstelling aan gevaar door organisatorische maatregelen
- Gebruikmaken van persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn dus altijd een aanvulling op de maatregelen die de bron van de risico’s aanpakken. Voorbeelden van dit soort maatregelen zijn:
- Machineonderhoud
- Verouderde machines tijdig vervangen
- Schadelijke stoffen vervangen voor veiligere alternatieven
- De werkwijze aanpassen
- Geluidsisolatie aanbrengen
Naast dat het gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen een wettelijke reden heeft, liggen hieraan ook menselijke en economische redenen ten grondslag. Jaarlijks vinden er tal van bedrijfsongevallen plaats met schade en letsel als gevolg. PBM kunnen de gevolgen van een onverhoopt ongeval beperken. Tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid kan hierdoor voorkomen worden. Ook verhoogt het de productiviteit en bespaart het de werkgever uiteindelijk dus kosten.
Wanneer zijn PBM verplicht?
De Arbowet verlangt dat werkgevers volgens de arbeidshygiënische strategie de veiligheid en gezondheid van medewerkers waarborgen. Deze strategie bestaat uit vier niveaus van maatregelen met een hiërarchische volgorde. Zoveel mogelijk risico’s moeten bij de bron worden weggenomen. Als dit geen optie is, mogen maatregelen van een lager niveau worden toegepast. Bieden deze ook geen afdoende oplossing? Dan is de werkgever verplicht om doeltreffende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar te stellen. Werknemers hebben vervolgens de plicht om deze te dragen. Afhankelijk van het type gevaar en de risicoanalyse worden bepaalde artikelen gekozen.
PBM categorie-indeling
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn in te delen in drie categorieën. In welke categorie en middel valt, is afhankelijk van het risico waartegen bescherming wordt geboden.
Categorie 1: lage risico’s
In categorie 1 vallen PBM die beschermen tegen zeer geringe gevaren, zoals contact met vrij onschadelijke schoonmaakmiddelen, blootstelling van de ogen aan Uv-licht en mindere weersomstandigheden. Handschoenen, zonnebrillen en regenkleding bieden bescherming tegen deze risico’s.
Fabrikanten van PBM uit categorie 1 mogen het beschermingsniveau van een product beoordelen aan de hand van een interne controle. Als het product in overeenstemming is met de fundamentele voorschriften, brengt de fabrikant zelf het CE-keurmerk aan.
Categorie 2: middelhoge risico’s
Persoonlijke beschermingsmiddelen uit categorie 2 beschermen tegen middelhoge risico’s. De meeste PBM vallen in deze risicoklasse, zoals veiligheidsbrillen en veiligheidshelmen.
PBM uit categorie 2 moeten worden gekeurd aan de hand van een type onderzoek dat voldoet aan de maatstaven van de Europese Unie. De middelen moeten samen met de verklaring van overeenstemming (EU-conformiteitsverklaring) verstrekt worden. Fabrikanten zijn ook verplicht om een interne productiecontrole uit te voeren. Deze controle heeft als doel het aantonen dat de producten voldoende beschermen tegen de risico’s waarvoor ze bedoeld zijn.
Categorie 3: hoge risico’s
Persoonlijke beschermingsmiddelen uit risicoklasse 3 dienen bescherming te bieden tegen situaties die ernstige gevolgen kunnen hebben, zoals werken op hoogte of in een extreem warme of koude omgeving, een elektrische schok of contact met schadelijke stoffen. Chemisch bestendige kleding, een harnasgordel en een persluchtmasker zijn voorbeelden van PBM uit categorie 3.
Fabrikanten van beschermingsmiddelen uit categorie 3 moeten hun producten laten keuren door een gecertificeerde keuringsinstantie aan de hand van een EU-typeonderzoek. De PBM dienen samen met de conformiteitsverklaring verstrekt te worden.
Wat is een PBM-norm?
Voor de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn diverse normen van toepassing. Via normen maken partijen afspraken met elkaar over onder meer de productkwaliteit. De fabrikant conformeert zich hieraan. Er zijn nationale (NEN), internationale (ISO) en Europese (EN) normen.
Voorbeeld:
Aanbevelingen voor selectie, gebruik, zorg en onderhoud van gehoorbescherming staan beschreven in NEN-EN 458. In de Europese norm EN 352 worden de algemene eisen gedefinieerd, zoals de constructie en het ontwerp.
Meer informatie lees je in ons blog Eisen persoonlijke beschermingsmiddelen.
Verplichtingen van de werkgever en werknemer met betrekking tot PBM
Niet alleen de werkgever heeft zo zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving, ook de werknemers zijn hiervoor verantwoordelijk. De verplichtingen van de werkgever zijn:
- Het gratis verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen
- Werknemers voorlichten en instrueren over het juist gebruiken en onderhouden van PBM
- Aangeven wanneer de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden
- Erop toezien dat de PBM juist gebruikt worden
- Toezien op de onderhoudsstaat
De werkgever kan de verplichting om PBM te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels.
De werknemer is verplicht om:
- De persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken
- Deel te nemen aan voorlichtingen
- De gebruiksinstructies juist op te volgen
De inspectie SZW controleert op veilige en gezonde omstandigheden op de werkvloer. Als geconstateerd wordt dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan zowel de werkgever als werknemer in overtreding zijn.
Wat is de arbeidshygiënische strategie?
De arbeidshygiënische strategie (AHS) is een stappenplan met maatregelen om risico’s te vermijden en verminderen. De maatregelen moeten zorgen voor een veilige werkplek en hebben een hiërarchische volgorde. Allereerst wordt naar de oorzaak van het probleem gekeken. Als het risico niet kan worden bestreden bij de bron, zijn andere maatregelen mogelijk. De Arbowet verplicht werkgevers om de arbeidshygiënische strategie te volgen. Het ziet er als volgt uit:
- Bronmaatregelen: oorzaak van het probleem wegnemen, zoals het aanschaffen van geluidsarme machines of een schadelijke stof vervangen door een veiliger alternatief.
- Collectieve maatregelen: vaak technische oplossingen als het afschermen van gevaarlijke machineonderdelen.
- Individuele maatregelen: maatregelen voor individuele bescherming. Bijvoorbeeld het afwisselen van taken.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: PBM’s fungeren bijna altijd als aanvulling op andere maatregelen.
Bij de uitvoering geldt het zogeheten redelijkerwijs-principe. Dit houdt in dat pas als de mogelijkheden op hoger niveau niet (voldoende) haalbaar zijn, de werkgever een niveau mag verlagen. Het moet met goede argumenten worden onderbouwd. Technische, operationele en economische aspecten kunnen een rol spelen bij de beslissing.
Wat is een risico-inventarisatie en -evaluatie?
In een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) staan de risico’s in de organisatie op het gebied van werkveiligheid beschreven. Volgens de Arbowet is elke werkgever in Nederland (m.u.v. ZZP’ers, tenzij ze ook medewerkers inhuren) verplicht om een RI&E uit te voeren. Het geeft een goed overzicht van de gevaren en verbeterpunten. Een Plan van Aanpak (PvA) met daarin de maatregelen die worden genomen om de risico’s aan te pakken is een verplicht onderdeel van de RI&E.
De werkgever kan de RI&E zelf opstellen of een gespecialiseerde partij inschakelen. Als het bedrijf meer dan 25 medewerkers heeft moet het worden beoordeeld door een gecertificeerde arbo-kerndeskundige.
PBM kopen?
Ben je op zoek naar voordelige persoonlijke beschermingmiddelen voor een scherpe prijs? Dan ben je bij PBM discounter aan het juiste adres! Bekijk het uitgebreide aanbod aan beschermingsmiddelen. Kom je er niet helemaal uit? Onze productspecialist staat altijd klaar om vragen te beantwoorden en advies te geven.