werkschoenen, gelaatsmasker, veiligheidshelm, oorkap, en veiligheidshelm

Eisen voor persoonlijke beschermingsmiddelen

Bij de productie en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gelden verschillende eisen die nageleefd moeten worden. We vertellen er alles over in dit blog.  

De volgende onderwerpen komen aan bod:

Risico-inventarisatie en -evaluatie

De noodzaak tot het gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen blijkt uit de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Hierin staat beschreven welke gezondheids- en veiligheidsrisico’s de werkzaamheden met zich meebrengen. Bij een RI&E hoort ook een Plan van Aanpak (PvA) met maatregelen om de gevaren te beheersen.

De werkgever kan het document zelf opstellen of een gespecialiseerde partij inschakelen. Als de organisatie meer dan 25 medewerkers heeft moet het worden beoordeeld door een gecertificeerde arbo-kerndeskundige.

Arbeidshygiënische strategie

De Arbowet verplicht werkgevers om bij het aanpakken van gevaar de arbeidshygiënische strategie (AHS) te volgen. Dit is een hiërarchisch stappenplan van beheersmaatregelen waarbij eerst wordt gekeken naar de oorzaak van het probleem. Als het risico niet kan worden bestreden bij de bron, zijn andere maatregelen mogelijk. De AHS ziet er als volgt uit:

  • Bronmaatregelen: oorzaak van het probleem wegnemen, zoals het vrijkomen van een stof tegengaan.
  • Collectieve maatregelen: vaak technische oplossingen. Bijvoorbeeld het plaatsen van lawaaierige machines in een aparte ruimte.
  • Individuele maatregelen: maatregelen voor individuele bescherming, zoals taakroulatie.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen: PBM’s fungeren bijna altijd als aanvulling op andere maatregelen. 

 Bij de uitvoering geldt het zogeheten redelijkerwijs-principe. Dit betekent dat maatregelen op een lager niveau alleen aanvaardbaar zijn als de maatregelen op hoger niveau niet (voldoende) haalbaar zijn. De beslissing moet met goede argumenten (bijv. technische, operationele of economische redenen) worden onderbouwd.

PBM-verordening

In april 2018 is de PBM-richtlijn 89/686/EEG afgeschaft en vervangen door de verordening 2016/425. Deze nieuwe wetgeving beschrijft de eisen waaraan persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen wanneer ze op de markt worden gebracht. De strenge regels dienen in alle Europese lidstaten te worden nageleefd door fabrikanten, importeurs en distributeurs. Het doel van de verordening is om een hoog gezondheids- en veiligheidsniveau te realiseren. Alsook om gebruikers te beschermen en een eerlijke concurrentie te waarborgen.

CE-markering

Een product mag worden verhandeld als met een conformiteitsbeoordeling, ofwel EG-verklaring van Overeenstemming, is vastgesteld dat aan de Europese wetgeving is voldaan. Dit document moet worden ondertekend door de fabrikant. Vervolgens mag een CE-markering op het product worden aangebracht. Dit label geeft aan dat het persoonlijke beschermingsmiddel aan de gestelde eisen voldoet. De CE-certificering is dus geen kwaliteitskeurmerk, maar een verklaring van overeenstemming met de wet.

Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn ingedeeld in drie categorieën:

  • I: PBM tegen lage risico’s, zoals eenvoudige wegwerphandschoenen
  • II: PBM tegen middelhoge risico’s, zoals een veiligheidshelm
  • III: PBM tegen hoge risico’s, zoals adembescherming

Bij PBM in categorie I volstaat een interne productiecontrole door de fabrikant zelf. Voor de CE-markering van beschermingsmiddelen in de categorieën II en III moet een EG-typegoedkeuring worden verricht. Hiervoor moet de fabrikant een door de overheid aangemelde instantie (Notified Body) inschakelen.

Close-up van man met gele werkoverall, blauwe handschoenen en halfgelaatsmasker

Normeringen

Voor de meeste persoonlijke beschermingsmiddelen zijn de minimale eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid, zoals beschreven in de PBM-verordening, uitgewerkt tot normen. Via normen maken partijen afspraken over onder meer specifieke technische eisen en prestaties van producten. De fabrikant conformeert zich hieraan. Er zijn nationale (NEN), internationale (ISO) en Europese (EN) normen.

ISO-normen zijn ontwikkeld door de International Organization for Standardization met als doel de grote hoeveelheid landelijke normen terug te dringen. Hierdoor ontstaat wereldwijd uniformiteit en duidelijkheid. De leden van de ISO zijn afgevaardigden van nationale normalisatie-instituten, zoals de NEN (Nederland) en NBN (België).

Verplichtingen van de werkgever en werknemer

De werkgever en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving.

De werkgever moet aan de volgende verplichtingen voldoen:

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen gratis beschikbaar stellen
  • Werknemers voorlichten en instrueren over het juist gebruiken en onderhouden van PBM
  • Aangeven wanneer de PBM gebruikt moeten worden
  • Toezicht op het gebruik en onderhoud van de persoonlijke beschermingsmiddelen

De werkgever kan de verplichting om PBM te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels

Hieronder de verplichtingen van de werknemer:

  • De persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken
  • Deelnemen aan voorlichtingen
  • Het juist opvolgen van de gebruiksinstructies

De inspectie SZW controleert of bedrijven voldoen aan de arbowetgeving met als doel zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Als geconstateerd wordt dat verplichtingen met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden nageleefd, kan zowel de werkgever als werknemer een boete krijgen.