Kennisbank Algemeen

De Arbowet verlangt dat werkgevers volgens de arbeidshygiënische strategie de veiligheid en gezondheid van medewerkers waarborgen. Deze strategie bestaat uit vier niveaus van maatregelen met een hiërarchische volgorde. Zoveel mogelijk risico’s moeten bij de bron worden weggenomen. Als dit geen optie is, mogen maatregelen van een lager niveau worden toegepast. Bieden deze ook geen afdoende oplossing? Dan is de werkgever verplicht om doeltreffende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar te stellen. Werknemers hebben vervolgens de plicht om deze te dragen. Afhankelijk van het type gevaar en de risicoanalyse worden bepaalde artikelen gekozen.

Voor de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn diverse normen van toepassing. Via normen maken partijen afspraken met elkaar over onder meer de productkwaliteit. De fabrikant conformeert zich hieraan. Er zijn nationale (NEN), internationale (ISO) en Europese (EN) normen.

Voorbeeld

Aanbevelingen voor selectie, gebruik, zorg en onderhoud van gehoorbescherming staan beschreven in NEN-EN 458. In de Europese norm EN 352 worden de algemene eisen gedefinieerd, zoals de constructie en het ontwerp.

Meer informatie lees je in ons blog Eisen persoonlijke beschermingsmiddelen.

De arbeidshygiënische strategie (AHS) is een stappenplan met maatregelen om risico’s te vermijden en verminderen. De maatregelen moeten zorgen voor een veilige werkplek en hebben een hiërarchische volgorde. Allereerst wordt naar de oorzaak van het probleem gekeken. Als het risico niet kan worden bestreden bij de bron, zijn andere maatregelen mogelijk. De Arbowet verplicht werkgevers om de arbeidshygiënische strategie te volgen. Het ziet er als volgt uit:

  • Bronmaatregelen: oorzaak van het probleem wegnemen, zoals het aanschaffen van geluidsarme machines of een schadelijke stof vervangen door een veiliger alternatief.
  • Collectieve maatregelen: vaak technische oplossingen als het afschermen van gevaarlijke machineonderdelen.
  • Individuele maatregelen: maatregelen voor individuele bescherming. Bijvoorbeeld het afwisselen van taken.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen: PBM’s fungeren bijna altijd als aanvulling op andere maatregelen.

Bij de uitvoering geldt het zogeheten redelijkerwijs-principe. Dit houdt in dat pas als de mogelijkheden op hoger niveau niet (voldoende) haalbaar zijn, de werkgever een niveau mag verlagen. Het moet met goede argumenten worden onderbouwd. Technische, operationele en economische aspecten kunnen een rol spelen bij de beslissing.

In een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) staan de risico’s in de organisatie op het gebied van werkveiligheid beschreven. Volgens de Arbowet is elke werkgever in Nederland (m.u.v. ZZP’ers, tenzij ze ook medewerkers inhuren) verplicht om een RI&E uit te voeren. Het geeft een goed overzicht van de gevaren en verbeterpunten. Een Plan van Aanpak (PvA) met daarin de maatregelen die worden genomen om de risico’s aan te pakken is een verplicht onderdeel van de RI&E.

De werkgever kan de RI&E zelf opstellen of een gespecialiseerde partij inschakelen. Als het bedrijf meer dan 25 medewerkers heeft moet het worden beoordeeld door een gecertificeerde arbo-kerndeskundige.